Topthema’s: buiten de gebaande paden

Magazines | Utrecht Business Nr 5 - 2017 | Lees volledige uitgave online

Naast topsectoren topthema's nodig voor maatschappelijke impact Buiten de gebaande paden

In de Nederlandse Apple-wereld is het Utrechtse Amac een prominente speler. De Premium reseller met

23 winkels maakte een aantal spannende jaren door. Na het overleven volgde herstel, nu is alles gericht op groei met een

ambitieuzeomnichannel-strategie. Sinds kort is Rabobank Utrecht de financiële partner van Amac.

"Zij focussen niet alleen op risico's maar zien vooral kansen, net als wij."

Corporates zien de meerwaarde van de denkwijze en energie die veel startende bedrijven kenmerkt

Via verschillende instrumenten ? onderzoeksgeld, subsidies, belastingfaciliteiten ? gaat jaarlijks zo'n 1,2 miljard euro naar de topsectorenaanpak. Bij de start zijn geen concrete doelstellingen geformuleerd. Ook een nulmeting ontbrak. Al neemt Nederland plaats vier in op de door het World Economic Forum opgestelde ranglijst van concurrerende economieën, in hoeverre dat mede een gevolg is van het topsectorenbeleid is lastig hard te maken. Datzelfde geldt voor de stijging van R&D-uitgaven; die kan heel goed samenhangen met de recente economische groei.

In de la

Voormalig minister Henk Kamp van Economische Zaken liet Dialogic een evaluatie uitvoeren van de topsectorenaanpak. De resultaten bleven enige tijd in de la liggen, reden om aan te nemen dat EZ niet echt blij was met de uitkomsten. Het eind juli gepresenteerde rapport omschrijft de topsectorenaanpak wel degelijk als een waardevol instrument om samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden ? de triple helix ? te intensiveren. De nadruk ligt daarbij echter op het creëren van massa, waardoor openheid en vooral grensverleggende vernieuwing soms in het geding komen. Harde collectieve prikkels ontbreken; vaak is onduidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Het topsectorenbeleid wordt vooral gezien als een EZ-aanpak om het verdienvermogen van Nederland te vergroten. Minder als gezamenlijke inspanning van meerdere ministeries voor het op innovatieve wijze behartigen van publieke belangen ? ofwel, vernieuwende oplossingen vinden voor maatschappelijke uitdagingen.

Aan de rand

Deze conclusies sluiten aan bij de kritiek dat veel topsectorprojecten vooral de bestaande belangen van grote bedrijven centraal stellen. Voor de innovatiekracht van startups en het mkb is amper ruimte, terwijl juist die cruciaal is voor vernieuwing. Ondanks de aanwezige kennis en budgetten is het grootbedrijf niet de meest natuurlijke habitat voor echte innovatie. Startups zijn dat wel. "Hun vertrekpunt is veelal digitaal en ze beginnen met een schoon vel papier. Bestaande bedrijven kennen vaste structuren en eerdere investeringen bemoeilijken innovatie," aldus Tom Bouws in een voorgaande uitgave van Business. Bouws is accountmanager Smart Industry en Kennisinstellingen bij de Kamer van Koophandel en lid van het programmabureau Smart Industry.

Ook het mkb is wendbaarder dan grootbedrijven. Daarom doen corporates er volgens Bouws goed aan, experimenten te starten aan de rand van de organisatie en de vindingrijkheid van het mkb erbij te betrekken. "Zo krijgen dergelijke ontwikkelingen de ruimte. Maar pas op: haal ze bij succes niet te snel naar het hart van je bedrijf. De kans dat ze alsnog sneuvelen, is levensgroot."

Vruchtbare omgeving

Precies om die reden bood UtrechtInc ? een succesvolle academische business incubator ? onderdak aan een spin-out van een groot concern. "Een innovatief idee dat daar waarschijnlijk onder zou sneeuwen, vond hier een vruchtbare omgeving," aldus directeur Jorg Kop. Dat startups in het middelpunt van de belangstelling staan, begrijpt hij goed. "Bedenk dat een derde van de vijfhonderd grootste bedrijven ter wereld tien jaar geleden nog niet bestond." Corporates zien de meerwaarde van de denkwijze en energie die veel startende bedrijven kenmerkt. Verbinding tussen beide partijen krijgt bij UtrechtInc op meerdere manieren gestalte. Managers van een financiële instelling lopen stage bij de startups van UtrechtInc. En de incubator werkt samen met grote organisaties als NS, Bovag, ANWB en Fujitsu. Kop: "Voor dit laatste bedrijf faciliteerden wij de verbinding tussen startups en hun grote klanten."

Klein helpt groot

Grootbedrijven halen niet alleen de banden met startups aan. Ook samenwerking met snelle groeiers kan beide partijen verder helpen. Om deze kruisbestuiving te stimuleren, sloegen MKB-Nederland en Port4Growth vorig jaar de handen ineen. Met het programma "Klein helpt groot" zorgen zij voor uitwisseling van kennis, ervaring en inspiratie tussen groeibedrijven en corporates als ING, PostNL en Pink Elephant. "Nu de crisis achter ons ligt, is er een enorme economische dynamiek," aldus Leendert-Jan Visser, directeur van MKB-Nederland eind vorig jaar in Business. "Innovaties leiden in hoog tempo tot alternatieve businessmodellen. Om de vinger aan de pols te houden van nieuwe ontwikkelingen en technieken zoeken grote ondernemingen steeds vaker naar verbinding met jonge, innovatieve bedrijven. Die kunnen op hun beurt leren van de ervaring en hoge mate van professionaliteit bij grote corporates." In het Klein helpt groot-programma zijn beide typen bedrijven gelijkwaardig. Joop de Jong, oprichter van Port4Growth: "Er is tweerichtingsverkeer op basis van gelijkheid, met erkenning van de specifieke vaardigheden en mindset van snelle groeiers. Dit bepaalt voor een belangrijk deel de kracht van het programma."

Dreamteams en topthema's

Door samenwerking tussen grootbedrijf enerzijds en startups en mkb anderzijds, ontstaat het beste van twee werelden: kennis, financiële slagkracht en professionaliteit van corporates, de wendbaarheid en dynamiek van jonge bedrijven plus het mkb. Voeg daar door wetenschap ontwikkelde nieuwe kennis aan toe als brandstof et voilà: een ideale mix die voor de zo gewenste baanbrekende vernieuwing kan zorgen. Hoe kan de innovatiekracht van dergelijke dreamteams het beste richting krijgen? De Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) bracht begin september een rapport uit over de topsectorenaanpak. Conclusie: voortzetting is wenselijk als het gaat om het bevorderen van onze concurrentiekracht. Om te komen tot innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen pleit de AWTI echter voor aanvullende publiek-private samenwerkingsverbanden rond een gezamenlijke opgave: een topthema. Denk daarbij aan veranderingen in de zorg, energietransitie en duurzame mobiliteit. Door te focussen op dergelijke thema's ontstaat ruimte buiten de gebaande paden en bestaande samenwerkingsverbanden.

Onmisbare overheid?

Als het gaat om versterking van concurrentiekracht zijn volgens de AWTI bedrijfsleven en kennisinstellingen leidend. Anders is dat bij de ontwikkeling van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen via topthema's. Daarvoor is veel afstemming nodig. Dit maakt de overheid onmisbaar bij de ontwikkeling van een systeemaanpak, als verbinder en coördinator, aldus de AWTI.

Volgens Eric Bartelsman moet daarbij wel voldoende ruimte blijven voor oplossingen vanuit de markt. De hoogleraar Economie aan de VU waarschuwt in het FD van 17 oktober 2017 voor teveel overheidsbemoeienis. "Een ambtenaar uit Den Haag moet niet gaan beslissen welke technologie het beste is om bijvoorbeeld huizen energiezuiniger te maken. Want dan sluit je andere technologieën uit en ben je vatbaar voor de lobby van bedrijven uit topsectoren. Een startup komt er dan niet meer tussen."

"Haal experimenten bij succes niet te snel naar het hart van je bedrijf."

delen:
Algemene voorwaarden | privacy statement